Erfüllung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Erfüllung:
- invullen; invulling; bevrediging; voldoening; satisfactie; voldaanheid; vervulling; totstandkoming; verwezenlijking; verwerkelijking
Wiktionary:
- Erfüllung → vervulling, voltooiing, verwezenlijking

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erfüllung (Duits) in het Nederlands

die Erfüllung (Ausfüllung; Eintragen; Einlösung; Ergänzung; Gestaltung; Bekleidung)
invullen; de invulling
- invullen [znw.] zelfstandig naamwoord
- invulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfüllung (Befriedigung; Genugtuung)
de bevrediging; de voldoening; de satisfactie
- bevrediging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voldoening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- satisfactie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfüllung (Befriedigung; Genugtuung)
de voldaanheid
- voldaanheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfüllung (Gestaltung; Einlösung; Versehung; Ergänzung; Bekleidung; Ausfüllung)
de vervulling
- vervulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erfüllung (Verwirklichung; Entstehung)
de totstandkoming; de verwezenlijking; de verwerkelijking
- totstandkoming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwezenlijking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwerkelijking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevrediging	Befriedigung; Erfüllung; Genugtuung
invullen	Ausfüllung; Bekleidung; Einlösung; Eintragen; Erfüllung; Ergänzung; Gestaltung
invulling	Ausfüllung; Bekleidung; Einlösung; Eintragen; Erfüllung; Ergänzung; Gestaltung
satisfactie	Befriedigung; Erfüllung; Genugtuung
totstandkoming	Entstehung; Erfüllung; Verwirklichung
vervulling	Ausfüllung; Bekleidung; Einlösung; Erfüllung; Ergänzung; Gestaltung; Versehung
verwerkelijking	Entstehung; Erfüllung; Verwirklichung
verwezenlijking	Entstehung; Erfüllung; Verwirklichung
voldaanheid	Befriedigung; Erfüllung; Genugtuung
voldoening	Befriedigung; Erfüllung; Genugtuung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
invullen		auffüllen; ausfüllen

Abarbeitung; Abhaltung; Abwicklung; Ausführung; Durchführung; Erledigung; Transaktion; Tätigung; Umsetzung; Vollziehung; Vollzug
Bewältigung; Vollbringung; Vollendung
Befriedigung; Beglückung; Genugtuung; Genuss; Pläsier; Satisfaktion; Zufriedenheit; Zufriedenstellung; Gemütsverfassung; Gemütszustand; Kaprice; Laune; Stimmung

Cross Translation:

From	To	Via
• Erfüllung	→ vervulling; voltooiing; verwezenlijking	↔ realization — act of making real