Duits

Uitgebreide vertaling voor Ertrag (Duits) in het Nederlands

Ertrag:

Ertrag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ertrag (Erlös)
    de opbrengst; het rendement; de uitkomst; het product; het voortbrengsel; de oogst
  2. der Ertrag (Profit; Gewinn; Bezug; )
    het profijt; de baat; de winst; het gewin
    • profijt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • baat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • winst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gewin [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Ertrag (Ernte; Erträge; Lese; Weinlese; Pflücken)
    de oogst; de pluk; de wijnoogst
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Ertrag (Gewinnung; Ernte; Hervorbringung; Erträge; Lese)
    de oogst; opbrengst van een gewas
  5. der Ertrag
    de besomming
  6. der Ertrag (Ernte; Pflücken; Erträge; )
    de oogst; opbrengst van gewas; de pluk; de wijnoogst
  7. der Ertrag (Lese; Pflücken; Einsammlung; )
    de oogst; de wijnoogst; de druivenoogst; de pluk
    • oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • druivenoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ertrag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baat Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst
besomming Ertrag
druivenoogst Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese
gewin Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst
oogst Büschel; Einsammlung; Erlös; Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch Ernte
opbrengst Erlös; Ertrag Umsatzerlös
opbrengst van een gewas Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese
opbrengst van gewas Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch
pluk Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch
product Erlös; Ertrag Erzeugnis; Fabrikat; Produkt; Ware
profijt Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst
rendement Erlös; Ertrag Effektivität; Wirksamkeit
uitkomst Erlös; Ertrag Antwort; Auflösung; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Lösung; Resultat
voortbrengsel Erlös; Ertrag
wijnoogst Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch
winst Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst Gewinn

Synoniemen voor "Ertrag":


Wiktionary: Ertrag

Ertrag
noun
  1. besonders im Plural: Ergebnis der wirtschaftlichen Leistung (insbesondere von Aktien), Einnahmen, Profit
  2. Ernteeinfuhr, Ergebnis der Ernte
  3. allgemein: das positive Ergebnis einer Anstrengung

Cross Translation:
FromToVia
Ertrag ding; voorwerp; waar; handelswaar; product; middel; werktuig; stuk gereedschap; instrument; inkomen; ontvangst; opbrengst; verdienste produitrésultat créatif de l’activité humaine.