Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Falz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Falz (Duits) in het Nederlands

Falz:

Falz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Falz (Schlitz; Furche)
    de opening; de gleuf; de sleuf; de kier
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kier [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Falz (Nute; Spalt; Einschnitt; )
    de sponning
  3. der Falz (Kannelüre; Rille; Furche; Rinne)
    de groef; langwerpige uitholling; de groeve

Vertaal Matrix voor Falz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gleuf Falz; Furche; Schlitz Furche; Rille; Rinne
groef Falz; Furche; Kannelüre; Rille; Rinne Einschnitt; Kerbe; Riß; Spalte
groeve Falz; Furche; Kannelüre; Rille; Rinne Bergwerk; Bruch; Furche; Grube; Hohlräume; Höhlung; Mine; Schacht; Steinbruch
kier Falz; Furche; Schlitz
langwerpige uitholling Falz; Furche; Kannelüre; Rille; Rinne Furche; Rille; Rinne
opening Falz; Furche; Schlitz Anfang; Anfangen; Aufmachung; Aussparung; Beginn; Bresche; Einleitung; Einschlag; Einschläge; Einschnitt; Eröffnung; Furche; Grube; Höhle; Höhlung; Kerbe; Kluft; Loch; Rille; Rinne; Riß; Spalte; Start; Türöffnung; Zwischenraum; Öffnung
sleuf Falz; Furche; Schlitz Einschubfach; Furche; Rille; Rinne; Steckplatz
sponning Einschnitt; Falz; Fuge; Furche; Nute; Schlitz; Spalt

Synoniemen voor "Falz":


Wiktionary: Falz


Cross Translation:
FromToVia
Falz plooi fold — bend or crease
Falz agrafe; haakje; slot; spang agrafe — Sorte de crochet qui passer dans un anneau appeler porte et qui sert à attacher ensemble différentes choses.
Falz agrafe; haakje; slot; spang; haaksluiting fermoir — Sorte de fermeture, serrure ou ressort s’appliquer à certains objets, tels que livres, colliers, bracelets, médaillons, coffrets, etc.