Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Frei-:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Frei- (Duits) in het Nederlands

Frei-:

Frei- bijvoeglijk naamwoord

  1. Frei- (im freien; unbedeckt; frei; )
    onoverdekt; onbedekt

Vertaal Matrix voor Frei-:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbedekt Frei-; frei; im Freien; im freien; nichtüberdacht; unbedeckt; unverhüllt angetroffen; gefunden; unbedeckt
onoverdekt Frei-; frei; im Freien; im freien; nichtüberdacht; unbedeckt; unverhüllt

Verwante vertalingen van Frei-