Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fresse:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fresse (Duits) in het Nederlands

Fresse:

Fresse [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fresse (Schnauze; Mund; Klappe; Schnabel)
    de bek; de smoel; de muil; de waffel; het smoelwerk
    • bek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • muil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waffel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smoelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fresse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bek Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze
muil Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze Hausschuh; Pantoffel; Schlapfen
smoel Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze Fratze; Visage
smoelwerk Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze Fratze; Visage
waffel Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze

Synoniemen voor "Fresse":


Wiktionary: Fresse

Fresse
noun
  1. salopp: Mund
  2. salopp: Gesicht