Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Geborgenheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geborgenheit (Duits) in het Nederlands

Geborgenheit:

Geborgenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geborgenheit
    de geborgenheid
  2. die Geborgenheit (Schutz; Protrektion; Beschützung; Sicherheit)
    de bescherming; de protectie

Vertaal Matrix voor Geborgenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bescherming Beschützung; Geborgenheit; Protrektion; Schutz; Sicherheit Administration; Kontrolle; Protektion; Schutz; Schutz von Daten; Sicherheit; Sicherung; Verwaltung
geborgenheid Geborgenheit
protectie Beschützung; Geborgenheit; Protrektion; Schutz; Sicherheit Protektion; Schutz; Sicherheit; Sicherung

Synoniemen voor "Geborgenheit":


Wiktionary: Geborgenheit

Geborgenheit
noun
  1. Zustand des Sicherheits- und Wohlgefühls