Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gefolge:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gefolge (Duits) in het Nederlands

Gefolge:

Gefolge [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gefolge (Hofhaltung; Ergebnis; Folge; )
    het gevolg; de hofhouding
    • gevolg [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hofhouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. Gefolge
    de nasleep
    • nasleep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. Gefolge (Schleppe; Zug; Troß; Schleppzug; Schleppnetz)
    de sleep
    • sleep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gefolge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevolg Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß Ausführen; Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Folge; Folgerung; Hinkriegen; Konsequenz; Resultat; Schaffen; Wirkung
hofhouding Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
nasleep Gefolge Folgeerscheinung
sleep Gefolge; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug

Synoniemen voor "Gefolge":


Wiktionary: Gefolge

Gefolge
noun
  1. eine Folge, Konsequenz eines anderen Ereignisses
  2. eine Gruppe von Personen, die sich einer wichtigen Persönlichkeit anschließen und dieser dienen
Gefolge
noun
  1. een groep die volgt, die er achteraan of later komt

Cross Translation:
FromToVia
Gefolge gevolg entourage — retinue of attendants, associates or followers