Duits

Uitgebreide vertaling voor Gelder (Duits) in het Nederlands

Gelder:

Gelder [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gelder (finanziellen Mittel; Vermögen; Finanzen; )
    financiële middelen; de geldmiddelen; de kapitaal
  2. die Gelder (Mûnze; Cente; Kohle; )
    de duiten; de geldstukken; de centen
    • duiten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geldstukken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • centen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. die Gelder (Hauptbetrag; Vermögen; Geldbestand; )
    de hoofdsom; belangrijkste geldbedrag

Vertaal Matrix voor Gelder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belangrijkste geldbedrag Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Hauptbetrag; Kapital; Kapitalgut; Vermögen
centen Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
duiten Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
financiële middelen Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel
geldmiddelen Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel
geldstukken Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
hoofdsom Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Hauptbetrag; Kapital; Kapitalgut; Vermögen
kapitaal Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel Geld; Geldbestand; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; große Summe Geld
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kapitaal Kapital

Wiktionary: Gelder


Cross Translation:
FromToVia
Gelder kapitaal; vermogen; fonds; boerderij; goed; landgoed; bezitting fondsensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.