Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Geschlechtsverkehr haben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschlechtsverkehr haben (Duits) in het Nederlands

Geschlechtsverkehr haben:

Geschlechtsverkehr haben werkwoord

  1. Geschlechtsverkehr haben (miteinander schlafen; bumsen; ficken; sich lieben; Liebe machen)
    vrijen; de liefde bedrijven; minnen; liefkozen; minnekozen; beminnen
    • vrijen werkwoord (vrij, vrijt, vrijde, vrijden, gevrijd)
    • minnen werkwoord (min, mint, minde, minden, gemind)
    • liefkozen werkwoord (liefkoos, liefkoost, liefkoosde, liefkoosden, geliefkoosd)
    • minnekozen werkwoord (minnekoos, minnekoost, minnekoosde, minnekoosden, geminnekoosd)
    • beminnen werkwoord (bemin, bemint, beminde, beminden, bemind)

Vertaal Matrix voor Geschlechtsverkehr haben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beminnen Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben lieben; liebhaben
de liefde bedrijven Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben betreiben; treiben
liefkozen Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben knuddeln; kosen; kuscheln; liebkosen; schmusen; streicheln
minnekozen Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben
minnen Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben lieben; liebhaben
vrijen Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben bumsen; ficken; vögeln

Synoniemen voor "Geschlechtsverkehr haben":


Verwante vertalingen van Geschlechtsverkehr haben