Duits

Uitgebreide vertaling voor Gezänk (Duits) in het Nederlands

Gezänk:

Gezänk [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gezänk (Zänkerei)
    het gekibbel
    • gekibbel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gezänk (Scherrerei; Durcheinander)
    het geharrewar
  3. Gezänk (Streiterei; Streit; Zänkerei)
    het geruzie; het gebakkelei; het gehakketak; gekif; het gekrakeel
  4. Gezänk (Gekeife; Keiferei; Geschrei; Geschimpfe)
    het gekijf
    • gekijf [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. Gezänk (Herumtollen; Geschwätz; Klönen; )
    geravot; de stoeipartij; de stoeierij; het gedonderjaag; het gestoei

Vertaal Matrix voor Gezänk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebakkelei Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
gedonderjaag Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
gehakketak Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
geharrewar Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
gekibbel Gezänk; Zänkerei
gekif Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
gekijf Gekeife; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei
gekrakeel Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
geravot Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
geruzie Gezänk; Streit; Streiterei; Zänkerei
gestoei Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
stoeierij Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
stoeipartij Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen

Synoniemen voor "Gezänk":