Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Glaubensspaltung

Vertaal Glaubensspaltung van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Glaubensspaltung:
- afscheiding; schisma; scheuring; geloofsafscheiding; geloofsstrijd

Duits

Uitgebreide vertaling voor Glaubensspaltung (Duits) in het Nederlands

Glaubensspaltung:

Glaubensspaltung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Glaubensspaltung (Spaltung; Schisma)
de afscheiding; het schisma; de scheuring; geloofsafscheiding
- afscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schisma [het ~] zelfstandig naamwoord
- scheuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloofsafscheiding [znw.] zelfstandig naamwoord
die Glaubensspaltung (Glaubenskonflikt; Spaltung; Schisma)
geloofsstrijd
- geloofsstrijd [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Glaubensspaltung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afscheiding	Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung	Absonderung; Abspaltung; Abtrennung; Ausscheidung; Drahtgitter; Einzäunung; Eiter; Gatter; Gitter; Gitterzaun; Isolierung; Trennung; Umzäunung; Vergitterung; Zaun
geloofsafscheiding	Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung
geloofsstrijd	Glaubenskonflikt; Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung
scheuring	Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung	Ruptur; Schisma; Spaltung; Uneinigkeit; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte
schisma	Glaubensspaltung; Schisma; Spaltung	Uneinigkeit; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte