Duits

Uitgebreide vertaling voor Haltung (Duits) in het Nederlands

Haltung:

Haltung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Haltung (Verhaltensweise)
    het gedrag; de gedragswijze; de handelwijze; het optreden; de manier
  2. die Haltung (Körperhaltung; Postur)
    de houding; de lichaamshouding; het standje; de stand; de pose
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lichaamshouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • standje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pose [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. die Haltung (Mentalität; Einstellung)
    de instelling; de mentaliteit; de houding
  4. die Haltung (Gestalt; Äußere; Aussehen)
    de figuur; het postuur; de gedaante; het uiterlijk
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • postuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedaante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uiterlijk [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Haltung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
figuur Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Person; Positur; Statur; Typ; Wesen; Wuchs
gedaante Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Ansicht; Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Hirngespinst; Schatten; Schemen; Statur; Wuchs; Äußere
gedrag Haltung; Verhaltensweise Aktienkurs; Kurs; Notiz; Verhalten
gedragswijze Haltung; Verhaltensweise
handelwijze Haltung; Verhaltensweise Art; Methode
houding Einstellung; Haltung; Körperhaltung; Mentalität; Postur Aktienkurs; Kurs; Notiz; Stellungnahme
instelling Einstellung; Haltung; Mentalität Abstellung; Amt; Anordnung; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Einstellung; Errichtung; Geistesverfassung; Gemütslage; Gemütszustand; Gleichschaltung; Gleichstellung; Gründung; Instanz; Scharf stellen; Stelle; Stiftung
lichaamshouding Haltung; Körperhaltung; Postur
manier Haltung; Verhaltensweise Art; Methode
mentaliteit Einstellung; Haltung; Mentalität Art; Charakter; Gemüt; Natur; Seele; Wesen
optreden Haltung; Verhaltensweise
pose Haltung; Körperhaltung; Postur
postuur Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Erscheinen; Erscheinung; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs
stand Haltung; Körperhaltung; Postur Abriß; Ausstellungsstand; Bude; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gesellschaftsschicht; Gradation; Höhe; Idee; Klasse; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Position; Projekt; Rang; Rangordnung; Schicht; Skala; Stand; Stock; Stockwerk; Stufe; Verkaufsbude; Vorhaben; Vorsatz
standje Haltung; Körperhaltung; Postur Belehrung; Bestrafung; Ermahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung
uiterlijk Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
optreden arbeiten; auftreten; funktionieren; spielen; tun; vorgehen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uiterlijk außen; spätestens; von außen her; äußerlich

Synoniemen voor "Haltung":


Wiktionary: Haltung

Haltung
noun
  1. gezicht, houding
  2. houding
  3. een pose

Cross Translation:
FromToVia
Haltung attitude; houding attitude — position of the body or way of carrying oneself
Haltung houding posture — position of body
Haltung standpunt; opinie stance — opinion or point of view
Haltung houding attitudesituation, position du corps.