Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hochzeitstag:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hochzeitstag (Duits) in het Nederlands

Hochzeitstag:

Hochzeitstag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hochzeitstag (Tag der Eheschließung)
    de huwelijksdag; de trouwdag; bruiloftsdag

Vertaal Matrix voor Hochzeitstag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruiloftsdag Hochzeitstag; Tag der Eheschließung
huwelijksdag Hochzeitstag; Tag der Eheschließung
trouwdag Hochzeitstag; Tag der Eheschließung