Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Innenausstattung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Innenausstattung (Duits) in het Nederlands

Innenausstattung:

Innenausstattung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Innenausstattung (Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung)
    de inrichting; inrichten; de woninginrichting; woningdecoratie

Vertaal Matrix voor Innenausstattung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inrichten Innenausstattung; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung Bereitstellung
inrichting Innenausstattung; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung Anstalt; Ausstattung; Einrichtung; Irrenanstalt; Irrenhaus; Nervenheilanstalt; psychiatrische Klinik
woningdecoratie Innenausstattung; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung
woninginrichting Innenausstattung; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inrichten aufbauen; aufstellen; ausstatten; bauen; bereitstellen; einrichten; einsetzen; erbauen; errichten; festlegen; installieren; möblieren

Synoniemen voor "Innenausstattung":