Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kündigen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kündigen (Duits) in het Nederlands

Kündigen:

Kündigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kündigen (Abdanken)
    ontslaan; afschaffen; uit de dienst ontslaan; afdanken

Vertaal Matrix voor Kündigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdanken Abdanken; Kündigen
afschaffen Abdanken; Kündigen
ontslaan Abdanken; Kündigen
uit de dienst ontslaan Abdanken; Kündigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdanken abdanken; ausrangieren; beseitigen; entfernen; entheben; entlassen; feiern; suspendieren; von seiner Position vertreiben
afschaffen abschaffen; abstellen; ausrangieren
ontslaan ablehnen; abschieben; abweisen; entlassen; feuern; suspendieren; verabschieden; zurückweisen