Duits

Uitgebreide vertaling voor Kapital (Duits) in het Nederlands

Kapital:

Kapital [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kapital (große Summe Geld; Vermögen; Geld; )
    de kapitaal; de fortuin; grote som geld
  2. Kapital
    de geldvoorraad
  3. Kapital
  4. Kapital (finanziellen Mittel; Vermögen; Finanzen; )
    financiële middelen; de geldmiddelen; de kapitaal
  5. Kapital (Hauptbetrag; Vermögen; Geldbestand; )
    de hoofdsom; belangrijkste geldbedrag

Vertaal Matrix voor Kapital:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belangrijkste geldbedrag Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Hauptbetrag; Kapital; Kapitalgut; Vermögen
financiële middelen Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel
fortuin Geld; Geldbestand; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; große Summe Geld Glück; Glückseligkeit; Glücksfall; Glücksfälle; das glücklich sein; unerwartete Glück
geldmiddelen Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel
geldvoorraad Kapital
grote som geld Geld; Geldbestand; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; große Summe Geld
hoofdsom Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Hauptbetrag; Kapital; Kapitalgut; Vermögen
kapitaal Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel; große Summe Geld
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kapitaal Kapital

Synoniemen voor "Kapital":


Wiktionary: Kapital

Kapital
noun
  1. Geld oder andere Werte, die durch den Einsatz in der Produktion Gewinn generieren, Zinsen abwerfen

Cross Translation:
FromToVia
Kapital kapitaal capital — money and wealth
Kapital fonds fund — sum or source of money
Kapital kapitaal capital — Principal d’une dette, d’une rente.
Kapital kapitaal; vermogen; fonds; boerderij; goed; landgoed; bezitting fondsensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.