Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Komiker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Komiker (Duits) in het Nederlands

Komiker:

Komiker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Komiker (Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold; Schelm; Schalk)
    de uilenspiegel; de grappenmaker; de guit; de komiek; de pias; de paljas; de snaak; mallerd; de olijkerd
    • uilenspiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grappenmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • komiek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pias [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paljas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mallerd [znw.] zelfstandig naamwoord
    • olijkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Komiker
    de cabaretier; de komiek
    • cabaretier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • komiek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Komiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabaretier Komiker Kabarettist; Komödiant
grappenmaker Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Schalk; Spaßvogel; Witzbold
guit Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schlauberger; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts
komiek Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Schalk; Spaßvogel; Witzbold
mallerd Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Dummkopf; Geck; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schalk; Spaßvogel; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte
olijkerd Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Schalk; Scherzbold; Schlauberger
paljas Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Schalk; Scherzbold; Schlauberger
pias Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Dummkopf; Geck; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schalk; Spaßvogel; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte
snaak Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Ekel; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Iltis; Lausbub; Lump; Possenreißer; Racker; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Spitzbube; Taugenichts
uilenspiegel Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komiek amüsant; angenehm; ausgelassen; drollig; fesch; geistreich; gesellig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spasshaft; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig

Synoniemen voor "Komiker":


Wiktionary: Komiker

Komiker
noun
  1. iemand die een publiek vermaakt door ze aan het lachen te brengen

Cross Translation:
FromToVia
Komiker komiek comedian — entertainer
Komiker komiek humoristeécrivain ou acteur spécialisé dans l'humour et le comique.