Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Komplex:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Komplex (Duits) in het Nederlands

Komplex:

Komplex [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Komplex (Gebilde; Haus)
    het complex
    • complex [het ~] zelfstandig naamwoord

Komplex [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Komplex (Gebäude; Haus; Pfand; )
    het gebouw; het bouwwerk; het pand
    • gebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pand [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Komplex (Faserstoff; Stramin; Aufbau)
    geweven stof; het weefsel
  3. der Komplex
    het bouwsel
    • bouwsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Komplex:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouwsel Komplex
bouwwerk Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand
complex Gebilde; Haus; Komplex
gebouw Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand Gebäude; Haus
geweven stof Aufbau; Faserstoff; Komplex; Stramin
pand Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gebäude; Gewähr; Haus; Häuser; Pfand; Schoß; Sicherheit; Unterpfand
weefsel Aufbau; Faserstoff; Komplex; Stramin Faser; Faserstoff; textilwaren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complex komplex; kompliziert; schwierig

Synoniemen voor "Komplex":

  • Menge von Gebäuden; Bündelung; Clusterung; Gruppierung