Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Lebenslust:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lebenslust (Duits) in het Nederlands

Lebenslust:

Lebenslust [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lebenslust (Lebensfreude; Lebensglück)
    de levensvreugde; levensgenot; de levenslust

Vertaal Matrix voor Lebenslust:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levensgenot Lebensfreude; Lebensglück; Lebenslust
levenslust Lebensfreude; Lebensglück; Lebenslust
levensvreugde Lebensfreude; Lebensglück; Lebenslust

Synoniemen voor "Lebenslust":


Wiktionary: Lebenslust

Lebenslust
noun
  1. zin in het leven