Duits

Uitgebreide vertaling voor Leiter (Duits) in het Nederlands

Leiter:

Leiter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Leiter (HauptmanneinerGruppe; Führer; Hauptmann; )
    de aanvoerder; de leider; het hoofd; de hoofdman
    • aanvoerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Leiter (Vormann)
    de leidsman; de leider; de voorman
    • leidsman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Leiter (Elektrizitätsleiter; Schiene; Führer; Begleiter)
    de geleider; elektriciteitsgeleider
  4. der Leiter (Schuldirektor; Rektor; Schulleiter; Schulvorsteher)
    de schooldirecteur; het hoofd; de rector; het schoolhoofd; de hoofdonderwijzer

Leiter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Leiter (Stehleiter)
    de ladder; de leer; klimladder
    • ladder [de ~] zelfstandig naamwoord
    • leer [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klimladder [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. die Leiter (Chefs; Köpfe)
    de leiders; de hoofdmannen; de opperhoofden
  3. die Leiter (Chefs)
    de leidsmannen

Vertaal Matrix voor Leiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoerder Anführer; Chef; Führer; Gebieter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Leiter; Vorstand Anführer; Anführerin; Führer; Gebieter; Geschützführer; Hauptmann; Hauptmänner; Kapitän; Kommandant; Kommandeur; Schiffskapitän
elektriciteitsgeleider Begleiter; Elektrizitätsleiter; Führer; Leiter; Schiene
geleider Begleiter; Elektrizitätsleiter; Führer; Leiter; Schiene Stromleiter; Wärmeleiter
hoofd Anführer; Chef; Führer; Gebieter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher; Vorstand Anfang; Anfang einer Brief; Anführer; Boss; Chef; Hauptmann; Kopf; Kopf des Tisches; Kopfende; Kugel; Stammeshäuptling; Titel; Vorgesetzte; Vorsteher; Zwiebel; Überschrift
hoofdman Anführer; Chef; Führer; Gebieter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Leiter; Vorstand Anführer; Stammeshäuptling
hoofdmannen Chefs; Köpfe; Leiter Anführer; Köpfe; Oberhäupter; Vormann; Vormänner
hoofdonderwijzer Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
klimladder Leiter; Stehleiter
ladder Leiter; Stehleiter Farbskala; Farbspektrum; Laufmasche; Skala; Tonleiter
leer Leiter; Stehleiter Glaubenslehre; Leder
leider Anführer; Chef; Führer; Gebieter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Leiter; Vormann; Vorstand Gesprächsleiter
leiders Chefs; Köpfe; Leiter Anführer; Köpfe; Oberhäupter; Vormann; Vormänner
leidsman Leiter; Vormann Führer; Lotse; Reiseführer
leidsmannen Chefs; Leiter
opperhoofden Chefs; Köpfe; Leiter
rector Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
schooldirecteur Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
schoolhoofd Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
voorman Leiter; Vormann Boss; Chef; Hauptmann; Hüttenmeister; Kolonnenführer; Meister; Partieführer; Polier; Schachtmeister; Sägemeister; Vorarbeiter; Werkmeister
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
leer Leder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd hauptsächliche

Synoniemen voor "Leiter":


Wiktionary: Leiter

Leiter
noun
  1. aus zwei über Sprossen oder Stufen verbundene Längsstangen (Holmen) bestehendes Gerät, mithilfe dessen eine Person zu etwas hinauf- beziehungsweise von etwas hinabsteigen kann
  2. Physik, Technik: Stoff, der Energie (zumeist in Form von elektrischen Strom, Wärme, Licht, Schall) leitet, durchlässt, weiterführt
  3. Person, die etwas leitet beziehungsweise als verantwortlicher Vorgesetzter in leitender Position steht
Leiter
noun
  1. een bevelhebber, een leider
  2. een persoon die een bedrijf of organisatie leiding geeft
  3. elektrische stroomgeleider
  4. warmtegeleider
  5. iemand die gezag heeft over anderen
  6. een houten of metalen voorwerp met treden om makkelijk op hoger gelegen plaatsen te komen
  7. iemand die leidt of bestuurt
  8. een persoon die de leiding heeft over een afdeling binnen een organisatie
  9. de leiding van een bedrijf, de directeur en of de topmanagers

Cross Translation:
FromToVia
Leiter geleider conductor — something which can transmit electricity, heat, light or sound
Leiter hoofdmeester head — headmaster, headmistress
Leiter ladder ladder — climbing tool
Leiter aanvoerder; leidster; leider; aanvoerster leader — one having authority
Leiter hoofdopzichter superintendent — a person who is authorized to supervise, direct or administer something
Leiter hoofd; aanvoerder; baas; chef; opperhoofd chef — Celui ou celle qui être à la tête d’un corps, d’une assemblée, etc., qui y a le premier rang et la principale autorité.
Leiter administrateur; beheerder; bestuurder; zetbaas; directeur directeur — Personne qui dirige un établissement, un service
Leiter ladder; schaalverdeling; verhouding; schaal échelledispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.

Verwante vertalingen van Leiter