Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Maus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Maus (Duits) in het Nederlands

Maus:

Maus [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Maus (Mäuse; Feldmaus)
    de muis
    • muis [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Maus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muis Feldmaus; Maus; Mäuse

Synoniemen voor "Maus":

  • Nager; Nagetier
  • Mouse; Pointer; Zeigergerät

Wiktionary: Maus

Maus
noun
  1. Gerät mit Funktion zur Eingabe von Signalen zur Bedienung von Computern
  2. kleines graues oder braunes Säugetier mit überwiegend langem Schwanz, rattenähnlich, in der Zuchtform auch weiß oder schwarz

Cross Translation:
FromToVia
Maus muis mouse — rodent of the genus Mus
Maus muis; computermuis mouse — computing: input device
Maus poen fric — popu|fr argent.
Maus poen pognon — populaire|fr argent, monnaie.
Maus muis souris — Animal
Maus muis souris — Périphérique informatique