Duits

Uitgebreide vertaling voor Menge (Duits) in het Nederlands

Menge:

Menge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Menge (Anzahl; Quantität; Zahl; Quantum)
    de hoeveelheid; de kwantiteit; het aantal
  2. die Menge (Partie)
    de hoeveelheid; de partij
    • hoeveelheid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. die Menge (große Masse; Haufen; Berg; Masse)
    de massa; grote hoeveelheid; de berg; de overvloed; de hoop
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grote hoeveelheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overvloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. die Menge (Ansammlung; Häufung; Haufen)
    de verzameling; de accumulatie; de opeenhoping; de sortering; de massa; het stel; de selectie; de ophoping
  5. die Menge (Klumpen; Berg; Haufen)
    de hoop; de berg; de kluit
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kluit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. die Menge (Haufen; Masse; Stapel)
    heleboel; de hoop; de boel
    • heleboel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. die Menge (Horde; Haufen; Schar; Truppe)
    de menigte; de bende; de schare; de massa; de hoop; de horde; de drom
    • menigte [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. die Menge (Stapel; Haufen; Ansammlung; )
    de hoop; de stapel; de opeenstapeling; de opstapeling
  9. die Menge (Schar; Schwarm; Herde; )
    de kudde; de massa; de horde; de drom; de troep; de schaar; de schare
    • kudde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
  10. die Menge
    aardig wat
  11. die Menge (großes und dickes Stück; Brocken; Klumpen)
    groot en dik stuk; de homp
  12. die Menge (Trupp; Gedränge; Getreibe; )
    de menigte; de massa; de drom; de mensenmassa; de troep
    • menigte [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mensenmassa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  13. die Menge (Ansammlung; Haufen; Stoß; Häufung; Masse)
    de accumulatie; de opeenhoping; de stapel; de ophoping; de hoop; de opeenstapeling
  14. die Menge (Andrang; Schar; Schwarm; )
    het oploopje; de samenkomst; de toeloop
    • oploopje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • samenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • toeloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  15. die Menge (benannte Menge)
    de set; benoemde set

Vertaal Matrix voor Menge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal Anzahl; Menge; Quantität; Quantum; Zahl
aardig wat Menge
accumulatie Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stoß Ansammlung; Zusammenrottung
bende Haufen; Horde; Menge; Schar; Truppe Anhäufung; Ansammlung; Aufhäufung; Bande; Chaos; Clan; Durcheinander; Haufen; Horde; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammenrottung
berg Berg; Haufen; Klumpen; Masse; Menge; große Masse Anhäufung; Aufhäufung; Gebirge
boel Haufen; Masse; Menge; Stapel
drom Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Menschenmenge; Schar; Schwarm; Trupp; Truppe; Volksmenge
groot en dik stuk Brocken; Klumpen; Menge; großes und dickes Stück
grote hoeveelheid Berg; Haufen; Masse; Menge; große Masse
heleboel Haufen; Masse; Menge; Stapel
hoeveelheid Anzahl; Menge; Partie; Quantität; Quantum; Zahl
homp Brocken; Klumpen; Menge; großes und dickes Stück Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
hoop Ansammlung; Berg; Haufen; Horde; Häufung; Klumpen; Masse; Menge; Schar; Stapel; Stoß; Truppe; große Masse Anhäufung; Ansammlung; Aufhäufung; Erwarten; Erwartung; Kot; Scheiße; Zusammenrottung
horde Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Truppe; Volksmenge Bande; Hindernis; Horde; Hürde; Meute
kluit Berg; Haufen; Klumpen; Menge
kudde Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
kwantiteit Anzahl; Menge; Quantität; Quantum; Zahl Maß; Quantität
massa Ansammlung; Berg; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Herde; Horde; Häufung; Masse; Menge; Menschenmenge; Schar; Schwarm; Trupp; Truppe; Volksmenge; große Masse Menschenmasse; Menschenmenge
menigte Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Horde; Masse; Menge; Menschenmenge; Schar; Trupp; Truppe; Volksmenge Menschenmasse; Menschenmenge
mensenmassa Gedränge; Gemenge; Getreibe; Masse; Menge; Menschenmenge; Schar; Trupp; Volksmenge
opeenhoping Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stoß Agglomoration; Anhäufung; Aufhäufung
opeenstapeling Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stapel; Stoß
ophoping Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stoß
oploopje Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
opstapeling Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stapel; Stoß
overvloed Berg; Haufen; Masse; Menge; große Masse Auswuchs; Fülle; Glanz; Herrlichkeit; Luxus; Pracht; Prunk; Reichtum; Stattlichkeit; Wollust; Wonne; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß; Üppigkeit
partij Menge; Partie Bankett; Fest; Festessen; Fußball; Fußballwettkampf; Fußballwettkämpfe; Galadiner; Gruppe; Partei; Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Team; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit; bestimmter Menge; festlicheMaal; politische Gruppierung; politische Partei
samenkomst Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Begegnung; Beratung; Besprechung; Konferenz; Kongreß; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Veranstaltung; Verhandlung; Versammlung; Zusammenkunft; Zusammentreffen
schaar Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Schere
schare Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Truppe; Volksmenge
selectie Ansammlung; Haufen; Häufung; Menge Alternative; Auslese; Aussonderung; Auswahl; Auswahlmannschaft; Erwählung; Selektion; Sichtung; Sortierung; Trennung; Wahl
set Menge; benannte Menge Partie; Satz
sortering Ansammlung; Haufen; Häufung; Menge Auslese; Aussonderung; Auswahl; Einteilung; Sortierung; Sortiment
stapel Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Menge; Stapel; Stoß Kartenstapel; Stapel
stel Ansammlung; Haufen; Häufung; Menge Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar; zwei Personen die zusammen gehören
toeloop Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Betrieb; Emsigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Rummel; Treiben; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
troep Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Menschenmenge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Ansammlung; Bande; Chaos; Durcheinander; Horde; Kram; Meute; Pfuscherei; Rommel; Rummel; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammenrottung
verzameling Ansammlung; Haufen; Häufung; Menge Ansammlung; Auflistung; Einsammlung; Haufen; Häufung; Kompilation; Sammlung; Zusammenbringen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
benoemde set Menge; benannte Menge
partij Los

Synoniemen voor "Menge":


Wiktionary: Menge

Menge
noun
  1. de kwantiteit waarin iets aanwezig is
  2. grote hoeveelheid
  3. een grote groep mensen dicht op elkaar
  4. wiskundige verzameling

Cross Translation:
FromToVia
Menge saldo; bedrag; hoeveelheid amount — total or sum of items
Menge hoeveelheid amount — quantity or volume
Menge hoeveelheid; kwantiteit quantity — fundamental, generic term used when referring to the measurement
Menge verzameling; set set — set theory: collection of objects
Menge overvloed; abundantie; onbekrompenheid; uitbundigheid; weligheid abondance — Grande quantité
Menge massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
Menge abundantie; overvloed profusiongrand abondance.
Menge hoeveelheid; kwantiteit; boel; grootheid; sterkte quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.

Verwante vertalingen van Menge