Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Provozieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Provozieren (Duits) in het Nederlands

Provozieren:

Provozieren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Provozieren
    uitlokken; provoceren

Vertaal Matrix voor Provozieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
provoceren Provozieren
uitlokken Provozieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
provoceren anregen; anreizen; aufhetzen; aufmuntern; aufputschen; aufregen; aufreizen; aufstacheln; aufwecken; ermuntern; erwecken; herausfordern; herauslocken; hervorrufen; jemanden zu etwas ermuntern; provozieren; provuzieren; reizen; stimulieren; veranlassen; verursachen
uitlokken anregen; anreizen; aufhetzen; aufmuntern; aufputschen; aufregen; aufreizen; aufstacheln; aufwecken; ermuntern; erwecken; herausfordern; herauslocken; hervorrufen; provozieren; reizen; stimulieren; veranlassen; verursachen