Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Quälung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Quälung (Duits) in het Nederlands

Quälung:

Quälung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Quälung (Qual; Belästigung)
    het torment; de kwelling; de agonie; de grief; de verschrikking; de nood
    • torment [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • agonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • grief [de ~] zelfstandig naamwoord
    • verschrikking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • nood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Quälung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agonie Belästigung; Qual; Quälung Todesangst
grief Belästigung; Qual; Quälung Beanstandung; Beschwerde; Heimsuchung; Klage; Krankheit; Kränkung; Leiden; Prüfung; Schmähung; Verletzung; Ärgernis; Übel
kwelling Belästigung; Qual; Quälung Heimsuchung; Prüfung
nood Belästigung; Qual; Quälung Alarm; Armut; Bedürftigkeit; Druck; Elend; Heimsuchung; Hilfebedürftigkeit; Hilfsbedürftigkeit; Jammer; Katastrophe; Mißgeschick; Not; Notzustand; Prüfung; Rückschläge; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Seuche; Unglück; Wende; Wendepunkt; Ärmlichkeit
torment Belästigung; Qual; Quälung
verschrikking Belästigung; Qual; Quälung Greuel; Schaurigkeit; Schrecken; Widerwille
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwelling Qual