Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schätze:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schätze (Duits) in het Nederlands

Schätze:

Schätze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schätze (Schätzchen)
    schatjes; de schatten; de liefjes; de schattebouten

Schätze [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schätze (Herzenskinder; Hätschelkinder; Herzblätter)
    de troetelkinderen

Vertaal Matrix voor Schätze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
liefjes Schätzchen; Schätze
schatjes Schätzchen; Schätze
schattebouten Schätzchen; Schätze
schatten Schätzchen; Schätze
troetelkinderen Herzblätter; Herzenskinder; Hätschelkinder; Schätze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schatten achten; berechnen; kalkulieren; schätzen; taxieren; veranschlagen; voranschlagen