Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schalthebel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schalthebel (Duits) in het Nederlands

Schalthebel:

Schalthebel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schalthebel (Schaltknüppel)
    schakelpoken; versnellingshendels; de versnellingspoken; schakelhefbomen
  2. der Schalthebel
    schakelhefboom

Vertaal Matrix voor Schalthebel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schakelhefbomen Schalthebel; Schaltknüppel
schakelhefboom Schalthebel
schakelpoken Schalthebel; Schaltknüppel
versnellingshendels Schalthebel; Schaltknüppel
versnellingspoken Schalthebel; Schaltknüppel

Synoniemen voor "Schalthebel":

  • Machtzentrale; Machtzentrum; Zentrum der Macht

Wiktionary: Schalthebel


Cross Translation:
FromToVia
Schalthebel versnellingspook gear lever — lever used to change gears