Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schiefheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schiefheit (Duits) in het Nederlands

Schiefheit:

Schiefheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schiefheit (Schiefe)
    schuinheid; de scheefheid; de scheefte; de schuinte

Vertaal Matrix voor Schiefheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scheefheid Schiefe; Schiefheit
scheefte Schiefe; Schiefheit
schuinheid Schiefe; Schiefheit Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei
schuinte Schiefe; Schiefheit

Synoniemen voor "Schiefheit":

  • Schräge; Schrägheit