Schleier in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schleier (Duits) in het Nederlands

der Schleier (Nebel; Dunst; Dampf; Qualm)
de mist; de nevel; het waas
- mist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- nevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- waas [het ~] zelfstandig naamwoord
der Schleier (Voile)
de voile; de sluier
- voile [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- sluier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Schleier
de sluiers
- sluiers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
der Schleier
de voiles
- voiles [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
der Schleier (Nebelichkeit; Nebel; Duft; Hauch; Dunst; Anflug)
heiigheid; het waas
- heiigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- waas [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
heiigheid	Anflug; Duft; Dunst; Hauch; Nebel; Nebelichkeit; Schleier
mist	Dampf; Dunst; Nebel; Qualm; Schleier
nevel	Dampf; Dunst; Nebel; Qualm; Schleier
sluier	Schleier; Voile
sluiers	Schleier
voile	Schleier; Voile
voiles	Schleier
waas	Anflug; Dampf; Duft; Dunst; Hauch; Nebel; Nebelichkeit; Qualm; Schleier	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur

Brühe; Dampf; Dunst; Hülle; Nebel; Nebelschleier; Smog; Suppe; Trübung; Vernebelung; Niederschlag
Anflug; Hauch; Quäntchen; Spur; Touch

Schleier

noun

dünner, halbdurchsichtiger Stoff zur Verhüllung von Kopf/Gesicht (einer Frau)
- Schleier → sluier

Schleier

noun

dunne doek, waarmee men een lichaamsdeel of het gezicht bedekt
- sluier → Schleier

Cross Translation:

From	To	Via
• Schleier	→ nikab	↔ yashmak — a veil worn by Muslim women