Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprachrohr (Duits) in het Nederlands

Sprachrohr:

Sprachrohr [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Sprachrohr (Organ)
    het orgaan; de spreekbuis
  2. Sprachrohr (Trichter; Megaphon)
    spreekbuis figuurlijk
  3. Sprachrohr
    de scheepsroeper
  4. Sprachrohr (Trichter)
    spreekbuis instrument
  5. Sprachrohr (Megaphon)
    de spreekhoorn; de spreektrompet

Vertaal Matrix voor Sprachrohr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orgaan Organ; Sprachrohr Organ
scheepsroeper Sprachrohr
spreekbuis Organ; Sprachrohr
spreekbuis figuurlijk Megaphon; Sprachrohr; Trichter
spreekbuis instrument Sprachrohr; Trichter
spreekhoorn Megaphon; Sprachrohr
spreektrompet Megaphon; Sprachrohr

Synoniemen voor "Sprachrohr":