Duits

Uitgebreide vertaling voor Sudelei (Duits) in het Nederlands

Sudelei:

Sudelei [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sudelei (Schutthaufen; Pfuscherei; Chaos; )
    de rotzooi; de puinhoop; de zooi; het zootje; de rommel; de troep; de bende; de puinzooi
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Sudelei (Schmiererei)
    de smeerboel
  3. die Sudelei (Schmiererei; Geschmiere; Gesudel)
    gerotzooi; het geflikflooi
  4. die Sudelei (Geschmiere; Schmiererei; Gesudel; Kleckserei)
    geklodder
  5. die Sudelei (Schmiererei; Schererei; Geschmiere; Gesudel)
    kliederen; het geklieder

Vertaal Matrix voor Sudelei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bende Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Anhäufung; Ansammlung; Aufhäufung; Bande; Clan; Haufen; Horde; Menge; Schar; Truppe; Zusammenrottung
geflikflooi Geschmiere; Gesudel; Schmiererei; Sudelei
geklieder Geschmiere; Gesudel; Schererei; Schmiererei; Sudelei
geklodder Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Schmiererei; Sudelei
gerotzooi Geschmiere; Gesudel; Schmiererei; Sudelei Herumkramen
kliederen Geschmiere; Gesudel; Schererei; Schmiererei; Sudelei
puinhoop Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Chaos; Durcheinander; Gewirr; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
puinzooi Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr
rommel Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Abfall; Chaos; Durcheinander; Kram; Krempel; Krimskrams; Müll; Rummel; Schund; Wirrwarr; Zeug; wertloses Zeug
rotzooi Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Abfall; Bruch; Kram; Rommel; Schutt; Schweinerei; Trümmer
smeerboel Schmiererei; Sudelei
troep Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Ansammlung; Bande; Chaos; Durcheinander; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Herde; Horde; Kram; Masse; Menge; Menschenmenge; Meute; Rommel; Rummel; Schar; Schwarm; Schweinerei; Trupp; Volksmenge; Wirrwarr; Zusammenrottung
zooi Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr
zootje Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Chaos; Durcheinander; Gewirr; Rummel; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kliederen klecksen; schmieren