Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Summe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Summe (Duits) in het Nederlands

Summe:

Summe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Summe (Betrag)
    het bedrag
    – een hoeveelheid geld 1
    • bedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
      • je krijgt 10 eieren voor een bedrag van 2 gulden1
  2. die Summe (Betrag)
    de somma
    • somma [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Summe (Addition; Zusammenzählung; Aufzählung; )
    de optelling; de som; samentelling

Vertaal Matrix voor Summe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrag Betrag; Summe
optelling Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung
samentelling Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung
som Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung
somma Betrag; Summe

Synoniemen voor "Summe":


Wiktionary: Summe

Summe
noun
  1. Ergebnis der Addition mehrerer Zahlen.
    • Summesom
Summe
noun
  1. som geld, geldsom.
  2. resultaat van een optelling

Cross Translation:
FromToVia
Summe som sum — quantity obtained by addition or aggregation
Summe som sum — quantity of money
Summe totaal; som total — sum
Summe bedrag; som; somma; summa; totaal; totaalbedrag; totaalcijfer somme — (mathématiques) résultat de l’addition de plusieurs nombres.

Verwante vertalingen van Summe