Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Tisch

Vertaal Tisch van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Tisch:
- tafel; eettafel
Wiktionary:
- Tisch → tafel
- Tisch → tafel

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tisch (Duits) in het Nederlands

Tisch:

Tisch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Tisch (Eßtisch)
de tafel
– horizontaal blad op poten ¹
- tafel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - in het midden van de kamer stond een ronde tafel¹
de eettafel
- eettafel [de ~] zelfstandig naamwoord
der Tisch (Tafel)
de tafel
– horizontaal blad op poten ¹
- tafel [de ~] zelfstandig naamwoord
  - in het midden van de kamer stond een ronde tafel¹

Vertaal Matrix voor Tisch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eettafel	Eßtisch; Tisch
tafel	Eßtisch; Tafel; Tisch	Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis

Synoniemen voor "Tisch":

Tafel; Einrichtungsgegenstände; Hausrat; Mobiliar; Möbel

Wiktionary: Tisch

Tisch

noun

Möbelstück, das aus einer Platte mit vier oder drei Beinen oder mittigen Standfuß besteht
- Tisch → tafel

Cross Translation:

From	To	Via
• Tisch	→ tafel	↔ table — item of furniture
• Tisch	→ tafel	↔ table — Meuble, surface plane sur pieds

Verwante vertalingen van Tisch

¹Muiswerk Woordenboek