Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Tourist

Vertaal Tourist van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Tourist:
- vakantieganger; toerist; vakantiereiziger
Wiktionary:
- Tourist → toerist
- Tourist → toerist, toeriste

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tourist (Duits) in het Nederlands

Tourist:

Tourist [der ~] zelfstandig naamwoord

der Tourist
de vakantieganger; de toerist; vakantiereiziger
- vakantieganger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toerist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vakantiereiziger [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tourist:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toerist	Tourist
vakantieganger	Tourist	Erholungsuchende; Feriengast; Ferienreisende; Urlauber
vakantiereiziger	Tourist

Synoniemen voor "Tourist":

Reisender; Urlauber; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Tourist

Tourist

noun

Person, die zu ihrem Vergnügen reist
- Tourist → toerist

Tourist

noun

een mannelijk persoon die voor zijn plezier reist
- toerist → Tourist

Cross Translation:

From	To	Via
• Tourist	→ toerist; toeriste	↔ tourist — Someone who travels for pleasure