Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Unfall:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unfall (Duits) in het Nederlands

Unfall:

Unfall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Unfall (Unglücksfall; Schicksalsschläge; Widerwärtigkeiten; Schicksalsschlag)
    het ongeluk; het ongeval
    • ongeluk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ongeval [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Unfall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ongeluk Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unfall; Unglücksfall; Widerwärtigkeiten Elend; Folter; Katastrophe; Kummer; Malheur; Mißgeschick; Not; Pech; Qual; Quälerei; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unglück; Unglücksfall; Unheil; Widerwärtigkeiten
ongeval Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unfall; Unglücksfall; Widerwärtigkeiten

Synoniemen voor "Unfall":


Wiktionary: Unfall

Unfall
noun
  1. een onvoorziene gebeurtenis met negatieve en soms zelfs fatale gevolgen
  2. een ongeluk

Cross Translation:
FromToVia
Unfall ongeval; ongeluk accident — unexpected event with negative consequences
Unfall ongeval accident — transport: unintended event that causes damage
Unfall toevallig accident — military: unplanned event resulting in injury
Unfall tegenslag misfortune — an undesirable event such as an accident
Unfall ongeluk; ongeval; accident accident — À classer