Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Verschleiß

Vertaal Verschleiß van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Verschleiß:
- slijtage; slijting; vlasoogst
Wiktionary:
- Verschleiß → sleet, slijtage
- Verschleiß → slijtage

Duits

Uitgebreide vertaling voor Verschleiß (Duits) in het Nederlands

Verschleiß:

Verschleiß [der ~] zelfstandig naamwoord

der Verschleiß (Abnutzung; Erosion)
de slijtage; slijting
- slijtage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slijting [znw.] zelfstandig naamwoord
der Verschleiß (Abnutzung)
vlasoogst; slijting
- vlasoogst [znw.] zelfstandig naamwoord
- slijting [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verschleiß:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slijtage	Abnutzung; Erosion; Verschleiß
slijting	Abnutzung; Erosion; Verschleiß
vlasoogst	Abnutzung; Verschleiß

Synoniemen voor "Verschleiß":

Abnutzung; Verbrauch; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis

Wiktionary: Verschleiß

Verschleiß

noun

het met een bijl in houtblokken hakken van boomstammen
- sleet → Verschleiß
schade die door langdurig gebruik geleidelijk aangericht wordt
- slijtage → Abnutzung; Erosion; Verschleiß

Cross Translation:

From	To	Via
• Verschleiß	→ slijtage	↔ usure — Détérioration par suite du long usage (2)