Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verzehrung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verzehrung (Duits) in het Nederlands

Verzehrung:

Verzehrung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verzehrung (Vertilgung)
    verorberen; verorbering

Vertaal Matrix voor Verzehrung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verorberen Vertilgung; Verzehrung
verorbering Vertilgung; Verzehrung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verorberen aufbrauchen; aufessen; auffressen; aufknabbern; aufzehren; bunkeren; essen; fressen; füttern; gebrauchen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; konsumieren; laben; schlucken; speisen; stopfen; verbrauchen; verdauen; verschlingen; verspeisen; verwerten; verwirken; verzehren; zu Abend essen; zu sich nehmen