Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Vestibül:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vestibül (Duits) in het Nederlands

Vestibül:

Vestibül [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Vestibül (Vorhalle; Eingangshalle; Flur; )
    de vestibule; het portaal; het voorportaal; de hal; de entree
    • vestibule [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • portaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorportaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Vestibül:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entree Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Eingang; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Eintrittpreis; Eintrittsgeld; Eintrittspreis; Einzug; Einzüge; Kommen; Tür; Zugang; Zutritt
hal Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle Durchgang; Eingangshalle; Empfangsraum; Empfangsräume; Empfangszimmer; Fischhalle; Foyer; Galerie; Gang; Halle; Korridor; Portal; Rittersaal; Salon
overloop Durchgang; Flur; Gang; Korridor; Treppenabsatz
portaal Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle Durchgang; Gang; Korridor
vestibule Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle
voorportaal Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle

Synoniemen voor "Vestibül":


Wiktionary: Vestibül


Cross Translation:
FromToVia
Vestibül vestibule vestibule — a passage, hall or room