Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Watte:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Watte (Duits) in het Nederlands

Watte:

Watte [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Watte (Wattebausch; Wattepfropfen)
    wat; de watten; het watje
    • wat [znw.] zelfstandig naamwoord
    • watten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • watje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Watte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wat Watte; Wattebausch; Wattepfropfen
watje Watte; Wattebausch; Wattepfropfen Schlemihl; Schwächling
watten Watte; Wattebausch; Wattepfropfen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
wat eines; etwas; was
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wat einige; etwas; gewisse; wie; wieviel

Synoniemen voor "Watte":

  • Verbandwatte

Wiktionary: Watte

Watte
noun
  1. lockeres Gefüge aus einzelnen Textilfasern

Cross Translation:
FromToVia
Watte watten coton hydrophilefibre végétale issue du cotonnier et traitée afin de la rendre très absorbante.