Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Zapfen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zapfen (Duits) in het Nederlands

Zapfen:

Zapfen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zapfen (Bolz; Stift; Keil; )
    de pin; de pen; de klem
    • pin [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pen [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klem [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zapfen (Eiszapfen; Zacke)
    de ijspegel
    • ijspegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Zapfen (Kegel)
    de conus
    • conus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zapfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conus Kegel; Zapfen
ijspegel Eiszapfen; Zacke; Zapfen
klem Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Klammer; Klammerhaken; Klemme; Klemmhefter; Zange
pen Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Bleistift; Füller; Füllfeder; Füllfederhalter; Kugelschreiber; Kuli; Schreibestift; Stift
pin Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Anstecknadel; Haarnadel; Nadel; Pflock; Spange; Stecknadel; Zelthering; kleine Nadel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klem festsitzend; verklemmt

Synoniemen voor "Zapfen":


Wiktionary: Zapfen


Cross Translation:
FromToVia
Zapfen cruciaal; doorslaggevend pivotal — being of crucial importance; central, key
Zapfen kraan tap — device to dispense liquid
Zapfen kraan; tap; tapkraan robinet — Pièce servant à retenir un fluide.