Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anmerken:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anmerken (Duits) in het Nederlands

anmerken:

anmerken werkwoord (merke an, merkst an, merkt an, merkte an, merktet an, angemerkt)

  1. anmerken (ankreuzen; abzeichnen)
    aankruisen; merken
    • aankruisen werkwoord (kruis aan, kruist aan, kruiste aan, kruisten aan, aangekruist)
    • merken werkwoord (merk, merkt, merkte, merkten, gemerkt)
  2. anmerken (aufschreiben; notieren)
    noteren; opschrijven
    • noteren werkwoord (noteer, noteert, noteerde, noteerden, genoteerd)
    • opschrijven werkwoord (schrijf op, schrijft op, schreef op, schreven op, opgeschreven)

Conjugations for anmerken:

Präsens
  1. merke an
  2. merkst an
  3. merkt an
  4. merken an
  5. merkt an
  6. merken an
Imperfekt
  1. merkte an
  2. merktest an
  3. merkte an
  4. merkten an
  5. merktet an
  6. merkten an
Perfekt
  1. habe angemerkt
  2. hast angemerkt
  3. hat angemerkt
  4. haben angemerkt
  5. habt angemerkt
  6. haben angemerkt
1. Konjunktiv [1]
  1. merke an
  2. merkest an
  3. merke an
  4. merken an
  5. merket an
  6. merken an
2. Konjunktiv
  1. merkte an
  2. merktest an
  3. merkte an
  4. merkten an
  5. merktet an
  6. merkten an
Futur 1
  1. werde anmerken
  2. wirst anmerken
  3. wird anmerken
  4. werden anmerken
  5. werdet anmerken
  6. werden anmerken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde anmerken
  2. würdest anmerken
  3. würde anmerken
  4. würden anmerken
  5. würdet anmerken
  6. würden anmerken
Diverses
  1. merk an!
  2. merkt an!
  3. merken Sie an!
  4. angemerkt
  5. anmerkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor anmerken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankruisen Ankreuzen; Anstreichen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankruisen abzeichnen; ankreuzen; anmerken ankreuzen; kennzeichnen; markieren; merken; zeichnen
merken abzeichnen; ankreuzen; anmerken ankreuzen; beglaubigen; bemerken; beobachten; bescheinigen; bestaetigen; entdecken; erkennen; feststellen; fühlen; kennzeichnen; markieren; merken; sehen; signalisieren; spüren; wahrnehmen; zeichnen
noteren anmerken; aufschreiben; notieren aufschreiben; aufzeichnen; buchen; einschreiben; eintragen; notieren; registrieren
opschrijven anmerken; aufschreiben; notieren aufschreiben; aufzeichnen; buchen; einschreiben; eintragen; notieren; registrieren

Synoniemen voor "anmerken":


Wiktionary: anmerken


Cross Translation:
FromToVia
anmerken aantekenen; noteren; opschrijven; teboekstellen notermarquer d’un trait dans un livre, dans un écrit.

Verwante vertalingen van anmerken