Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. auffahrend:


Duits

Uitgebreide vertaling voor auffahrend (Duits) in het Nederlands

auffahrend:

auffahrend bijvoeglijk naamwoord

  1. auffahrend (heftig; stürmisch; leidenschaftlich; )
    heftig; hevig
    • heftig bijvoeglijk naamwoord
    • hevig bijvoeglijk naamwoord
  2. auffahrend (unbeherrscht; grimmig; hemmungslos; )
    heftig; onbeheerst; onstuimig

Vertaal Matrix voor auffahrend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heftig auffahrend; bewegt; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm; zornig aufgebracht; aufgeregt; begeistert; enthusiastisch; erregt; feurig; gereizt; gewaltsam; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intens; intensiv; kräftig; leidenschaftlich; schlimm; sehr; stark; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild
hevig auffahrend; heftig; hitzig; jähzornig; leidenschaftlich; stürmisch; ungestüm; zornig brennend; entzündet; erregt; feurig; gereizt; gewaltsam; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intens; intensiv; kräftig; leidenschaftlich; scharf; schlimm; sehr; stark; ungestüm
onbeheerst auffahrend; bewegt; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm heftig; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild
onstuimig auffahrend; bewegt; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm heftig; stürmisch; tosend; unaufhaltsam; unbezwingbar; unbändig; ungestüm; wild