Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. auseinanderreißen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor auseinanderreißen (Duits) in het Nederlands

auseinanderreißen:

auseinanderreißen werkwoord

  1. auseinanderreißen (entzweireißen; zerreißen)
    uit elkaar trekken; uit elkaar rukken; uiteentrekken
    • uit elkaar trekken werkwoord (trek uit elkaar, trekt uit elkaar, trok uit elkaar, trokken uit elkaar, uit elkaar getrokken)
    • uit elkaar rukken werkwoord (ruk uit elkaar, rukt uit elkaar, rukte uit elkaar, rukten uit elkaar, uit elkaar gerukt)
    • uiteentrekken werkwoord

Vertaal Matrix voor auseinanderreißen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uit elkaar rukken auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen
uit elkaar trekken auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen
uiteentrekken auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen