Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ehe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ehe (Duits) in het Nederlands

ehe:

ehe bijvoeglijk naamwoord

  1. ehe (bevor)
    voor; voordat; alvorens; eer; aleer; alvoor

Vertaal Matrix voor ehe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eer Ehre; Ehrgefühl; Huldigung; Stolz; Verehrung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eer bevor; ehe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aleer bevor; ehe
alvoor bevor; ehe
alvorens bevor; ehe
voor bevor; ehe davor; dazu; für; vor; vorn
voordat bevor; ehe

Synoniemen voor "ehe":


Wiktionary: ehe

ehe
  1. temporale Subjunktion, leitet einen nachzeitigen (in der Erzählzeit späteren) Satzteil ein: vor einem Bezugszeitpunkt
ehe
conjunction
  1. geeft een tijdstip aan voor hetwelk iets anders plaatsheeft

Verwante vertalingen van ehe