Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. einfarbig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor einfarbig (Duits) in het Nederlands

einfarbig:

einfarbig bijvoeglijk naamwoord

  1. einfarbig (eben; egal)
    effen; van één kleur
  2. einfarbig (monochrom)
    monochroom; eenkleurig

Vertaal Matrix voor einfarbig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eenkleurig einfarbig; monochrom
effen eben; egal; einfarbig eben; egal; flach; gleich; platt
monochroom einfarbig; monochrom
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
monochroom monochrom
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van één kleur eben; egal; einfarbig

Synoniemen voor "einfarbig":


Wiktionary: einfarbig


Cross Translation:
FromToVia
einfarbig effen; egaal solid — of one color