Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal einstudieren

Vertaal einstudieren van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. einstudieren:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor einstudieren (Duits) in het Nederlands

einstudieren:

einstudieren werkwoord (studiere ein, studierst ein, studiert ein, studierte ein, studiertet ein, einstudiert)

  1. einstudieren (üben; repetieren; trainieren; )
    oefenen; repeteren
    • oefenen werkwoord (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • repeteren werkwoord (repeteer, repeteert, repeteerde, repeteerden, gerepeteerd)
  2. einstudieren (trainieren; üben; ausbilden; )
    trainen; oefenen; harden; coachen; bekwamen
    • trainen werkwoord (train, traint, trainde, trainden, getraind)
    • oefenen werkwoord (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • harden werkwoord (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
    • coachen werkwoord
    • bekwamen werkwoord (bekwaam, bekwaamt, bekwaamde, bekwaamden, bekwaamd)
  3. einstudieren (instruieren; unterrichten; einweisen; )
    inlichten; voorlichten; onderrichten
    • inlichten werkwoord (licht in, lichtte in, lichtten in, ingelicht)
    • voorlichten werkwoord
    • onderrichten werkwoord (onderricht, onderrichtte, onderrichtten, onderricht)
  4. einstudieren (üben; repetieren; proben; einüben)
    herhalen; oefenen; repeteren
    • herhalen werkwoord (herhaal, herhaalt, herhaalde, herhaalden, herhaald)
    • oefenen werkwoord (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • repeteren werkwoord (repeteer, repeteert, repeteerde, repeteerden, gerepeteerd)
  5. einstudieren (studieren; lernen)
    leerstof erin stampen
  6. einstudieren (unterrichten; beibringen; lernen; )
    onderwijzen; bijbrengen; doceren; onderrichten
    • onderwijzen werkwoord (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
    • bijbrengen werkwoord (breng bij, brengt bij, bracht bij, brachten bij, bijgebracht)
    • doceren werkwoord (doceer, doceert, doceerde, doceerden, gedoceerd)
    • onderrichten werkwoord (onderricht, onderrichtte, onderrichtten, onderricht)

Conjugations for einstudieren:

Präsens
  1. studiere ein
  2. studierst ein
  3. studiert ein
  4. studieren ein
  5. studiert ein
  6. studieren ein
Imperfekt
  1. studierte ein
  2. studiertest ein
  3. studierte ein
  4. studierten ein
  5. studiertet ein
  6. studierten ein
Perfekt
  1. habe einstudiert
  2. hast einstudiert
  3. hat einstudiert
  4. haben einstudiert
  5. habt einstudiert
  6. haben einstudiert
1. Konjunktiv [1]
  1. studiere ein
  2. studierest ein
  3. studiere ein
  4. studieren ein
  5. studieret ein
  6. studieren ein
2. Konjunktiv
  1. studierte ein
  2. studiertest ein
  3. studierte ein
  4. studierten ein
  5. studiertet ein
  6. studierten ein
Futur 1
  1. werde einstudieren
  2. wirst einstudieren
  3. wird einstudieren
  4. werden einstudieren
  5. werdet einstudieren
  6. werden einstudieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde einstudieren
  2. würdest einstudieren
  3. würde einstudieren
  4. würden einstudieren
  5. würdet einstudieren
  6. würden einstudieren
Diverses
  1. studier ein!
  2. studiert ein!
  3. studieren Sie ein!
  5. einstudiert
  6. einstudierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor einstudieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekwamen Lernen; Studieren
harden Abhärten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekwamen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben
bijbrengen anlernen; beibringen; belehren; dozieren; einpauken; einstudieren; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; unterrichten; unterweisen beibringen; erziehen; lehren
coachen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben
doceren anlernen; beibringen; belehren; dozieren; einpauken; einstudieren; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; unterrichten; unterweisen
harden ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben abhärten; ausgestreckt halten; aushalten; ausharren; durchhalten; ertragen; hartmachen; härten; stählen; tragen; verhärten
herhalen einstudieren; einüben; proben; repetieren; üben Schleife ausführen; aufs neue machen; echoen; einüben; erhallen; erneuern; ertönen; hallen; nachher noch ein wenig plaudern; nachpladdern; nachplappern; nachsagen; nachsprechen; schallen; widerhallen; widerschallen; wiederholen
inlichten anlernen; anweisen; beibringen; belehren; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; proben; unterrichten; unterweisen informieren; mitteilen; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
leerstof erin stampen einstudieren; lernen; studieren
oefenen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; exerzieren; heranbilden; proben; repetieren; sichwiederholen; studieren; trainieren; üben ausbilden; bilden; entwickeln; heranbilden; üben
onderrichten anlernen; anweisen; beibringen; belehren; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; proben; unterrichten; unterweisen
onderwijzen anlernen; beibringen; belehren; dozieren; einpauken; einstudieren; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; unterrichten; unterweisen beibringen; erziehen; lehren; studieren; unterrichten; unterweisen
repeteren einstudieren; einüben; exerzieren; proben; repetieren; sichwiederholen; studieren; trainieren; üben
trainen ausbilden; bilden; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; trainieren; üben abrichten; ausbilden; bilden; dressieren; entwickeln; heranbilden; üben
voorlichten anlernen; anweisen; beibringen; belehren; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; proben; unterrichten; unterweisen

Wiktionary: einstudieren

einstudieren
verb
  1. een toneel- of muziekstuk bij wijze van proef op- of uitvoeren







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0453 seconde
Page rendered in 1.0 seconds