Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal erblühen

Vertaal erblühen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. erblühen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor erblühen (Duits) in het Nederlands

erblühen:

erblühen werkwoord (erblühe, erblühst, erblüht, erblühte, erblühtet, erblüht)

  1. erblühen (auffrischen; ermuntern; erfrischen; erquicken)
    op adem komen; bijkomen
  2. erblühen (vollen Wuchs erreichen; aufblühen; entfalten)
    tot bloei komen; ontplooien; opfleuren; tot volle wasdom komen; opbloeien
    • tot bloei komen werkwoord (kom tot bloei, komt tot bloei, kwam tot bloei, kwamen tot bloei, tot bloei gekomen)
    • ontplooien werkwoord (ontplooi, ontplooit, ontplooide, ontplooiden, ontplooid)
    • opfleuren werkwoord (fleur op, fleurt op, fleurde op, fleurden op, opgefleurd)
    • opbloeien werkwoord (bloei op, bloeit op, bloeide op, bloeiden op, opgebloeid)
  3. erblühen (entfalten; entwickeln)
    ontplooien; tot wasdom komen; ontwikkelen
    • ontplooien werkwoord (ontplooi, ontplooit, ontplooide, ontplooiden, ontplooid)
    • tot wasdom komen werkwoord
    • ontwikkelen werkwoord (ontwikkel, ontwikkelt, ontwikkelde, ontwikkelden, ontwikkeld)
  4. erblühen (aufblühen; entfalten)
    zich ontsluiten; opbloeien; ontluiken
    • zich ontsluiten werkwoord
    • opbloeien werkwoord (bloei op, bloeit op, bloeide op, bloeiden op, opgebloeid)
    • ontluiken werkwoord (ontluik, ontluikt, ontlook, ontloken, ontloken)
  5. erblühen (auffrischen; ermuntern; aufmuntern; )
    opfleuren; fleurig maken

Conjugations for erblühen:

Präsens
  1. erblühe
  2. erblühst
  3. erblüht
  4. erblühen
  5. erblüht
  6. erblühen
Imperfekt
  1. erblühte
  2. erblühtest
  3. erblühte
  4. erblühten
  5. erblühtet
  6. erblühten
Perfekt
  1. bin erblüht
  2. bist erblüht
  3. ist erblüht
  4. sind erblüht
  5. seid erblüht
  6. sind erblüht
1. Konjunktiv [1]
  1. erblühe
  2. erblühest
  3. erblühe
  4. erblühen
  5. erblühet
  6. erblühen
2. Konjunktiv
  1. erblühte
  2. erblühtest
  3. erblühte
  4. erblühten
  5. erblühtet
  6. erblühten
Futur 1
  1. werde erblühen
  2. wirst erblühen
  3. wird erblühen
  4. werden erblühen
  5. werdet erblühen
  6. werden erblühen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erblühen
  2. würdest erblühen
  3. würde erblühen
  4. würden erblühen
  5. würdet erblühen
  6. würden erblühen
Diverses
  1. erblüh!
  2. erblüht!
  3. erblühen Sie!
  5. erblüht
  6. erblühend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erblühen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontwikkelen Entwickeln; Kultivieren; Zivilisieren
tot bloei komen Blühperiode; Blüte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijkomen auffrischen; erblühen; erfrischen; ermuntern; erquicken
fleurig maken auffrischen; aufkratzen; aufmuntern; erblühen; erfrischen; ermuntern; erquicken
ontluiken aufblühen; entfalten; erblühen
ontplooien aufblühen; entfalten; entwickeln; erblühen; vollen Wuchs erreichen auseinanderfalten
ontwikkelen entfalten; entwickeln; erblühen ausbilden; bilden; entfalten; entwickeln; erfinden; formen; heranbilden; zivilisieren; üben
op adem komen auffrischen; erblühen; erfrischen; ermuntern; erquicken
opbloeien aufblühen; entfalten; erblühen; vollen Wuchs erreichen
opfleuren aufblühen; auffrischen; aufkratzen; aufmuntern; entfalten; erblühen; erfrischen; ermuntern; erquicken; vollen Wuchs erreichen aufmuntern; ermuntern
tot bloei komen aufblühen; entfalten; erblühen; vollen Wuchs erreichen
tot volle wasdom komen aufblühen; entfalten; erblühen; vollen Wuchs erreichen
tot wasdom komen entfalten; entwickeln; erblühen
zich ontsluiten aufblühen; entfalten; erblühen

Synoniemen voor "erblühen":


Wiktionary: erblühen

erblühen
verb
  1. (ergatief) het opengaan van knoppen.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0213 seconde
Page rendered in 1.0 seconds