Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal ermächtigen

Vertaal ermächtigen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ermächtigen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor ermächtigen (Duits) in het Nederlands

ermächtigen:

ermächtigen werkwoord (ermächtige, ermächtigst, ermächtigt, ermächtigte, ermächtigtet, ermächtigt)

  1. ermächtigen (abordnen; delegieren)
    delegeren; afvaardigen; deputeren
    • delegeren werkwoord (delegeer, delegeert, delegeerde, delegeerden, gedelegeerd)
    • afvaardigen werkwoord (vaardig af, vaardigt af, vaardigde af, vaardigden af, afgevaardigd)
    • deputeren werkwoord (deputeer, deputeert, deputeerde, deputeerden, gedeputeerd)
  2. ermächtigen (bevollmächtigen)
    machtigen
    • machtigen werkwoord (machtig, machtigt, machtigde, machtigden, gemachtigd)
  3. ermächtigen (bevollmächtigen)
    volmachtigen; volmacht geven

Conjugations for ermächtigen:

Präsens
  1. ermächtige
  2. ermächtigst
  3. ermächtigt
  4. ermächtigen
  5. ermächtigt
  6. ermächtigen
Imperfekt
  1. ermächtigte
  2. ermächtigtest
  3. ermächtigte
  4. ermächtigten
  5. ermächtigtet
  6. ermächtigten
Perfekt
  1. habe ermächtigt
  2. hast ermächtigt
  3. hat ermächtigt
  4. haben ermächtigt
  5. habt ermächtigt
  6. haben ermächtigt
1. Konjunktiv [1]
  1. ermächtige
  2. ermächtigest
  3. ermächtige
  4. ermächtigen
  5. ermächtiget
  6. ermächtigen
2. Konjunktiv
  1. ermächtigte
  2. ermächtigtest
  3. ermächtigte
  4. ermächtigten
  5. ermächtigtet
  6. ermächtigten
Futur 1
  1. werde ermächtigen
  2. wirst ermächtigen
  3. wird ermächtigen
  4. werden ermächtigen
  5. werdet ermächtigen
  6. werden ermächtigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ermächtigen
  2. würdest ermächtigen
  3. würde ermächtigen
  4. würden ermächtigen
  5. würdet ermächtigen
  6. würden ermächtigen
Diverses
  1. ermächtig!
  2. ermächtigt!
  3. ermächtigen Sie!
  5. ermächtigt
  6. ermächtigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ermächtigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvaardigen Abordnen
delegeren Abordnen
deputeren Abordnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvaardigen abordnen; delegieren; ermächtigen
delegeren abordnen; delegieren; ermächtigen delegieren; übergeben; übertragen
deputeren abordnen; delegieren; ermächtigen
machtigen bevollmächtigen; ermächtigen
volmacht geven bevollmächtigen; ermächtigen
volmachtigen bevollmächtigen; ermächtigen

Synoniemen voor "ermächtigen":


Wiktionary: ermächtigen

Cross Translation:
FromToVia
• ermächtigen → autoriseren; machtigen; volmachtigen ↔ autoriser — (vieilli) revêtir d’une autorité.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0969 seconde
Page rendered in 1.0 seconds