Duits

Uitgebreide vertaling voor erstreben (Duits) in het Nederlands

erstreben:

erstreben werkwoord

  1. erstreben (beabsichtigen; der Meinung sein; anstreben; bezwecken; annehmen)
    bedoelen; beogen; ten doel hebben
    • bedoelen werkwoord (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)
    • beogen werkwoord (beoog, beoogt, beoogde, beoogden, beoogd)
    • ten doel hebben werkwoord
  2. erstreben (anstreben)
    streven naar; streven; mikken op
    • streven naar werkwoord (streef naar, streeft naar, streefte naar, streeften naar, gestreefd naar)
    • streven werkwoord (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
    • mikken op werkwoord
  3. erstreben (streben nach; nachstreben; nachjagen; nacheifern)
    nastreven; vervolgen; najagen; trachten te verkrijgen
    • nastreven werkwoord (streef na, streeft na, streefde na, streefden na, nagestreefd)
    • vervolgen werkwoord (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)
    • najagen werkwoord (jaag na, jaagt na, joeg na, joegen na, nagejaagd)
  4. erstreben (anstreben; trachten; bestreben)
    streven; ijveren
    • streven werkwoord (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
    • ijveren werkwoord (ijver, ijvert, ijverde, ijverden, geijverd)
  5. erstreben (anstreben; trachten; bestreben)
    mikken; gericht werpen

Vertaal Matrix voor erstreben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beogen Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
mikken op Anvisieren
najagen Nachstreben; Ziel verfolgen
nastreven Nachstreben; Ziel verfolgen
streven Ambition; Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bemühen; Bestreben; Bezwecken; Ehrgeiz; Eifer; Erstreben; Streben; Ziel; Zielsetzung; Zweck
streven naar Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedoelen annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben beabsichtigen; bezwecken
beogen annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben
gericht werpen anstreben; bestreben; erstreben; trachten
ijveren anstreben; bestreben; erstreben; trachten
mikken anstreben; bestreben; erstreben; trachten ausrichten; richten; visieren; zielen
mikken op anstreben; erstreben
najagen erstreben; nacheifern; nachjagen; nachstreben; streben nach
nastreven erstreben; nacheifern; nachjagen; nachstreben; streben nach
streven anstreben; bestreben; erstreben; trachten
streven naar anstreben; erstreben
ten doel hebben annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben
trachten te verkrijgen erstreben; nacheifern; nachjagen; nachstreben; streben nach
vervolgen erstreben; nacheifern; nachjagen; nachstreben; streben nach andauern; das Urteil sprechen; durchgehen; fortdauern; fortfahren; fortführen; fortgehen; fortsetzen; fortwähren; gerichtlich verfolgen; kontinuieren; verfolgen; verurteilen; weitergehen; weiterlaufen; weitermachen

Synoniemen voor "erstreben":


Wiktionary: erstreben

erstreben
verb
  1. (transitiv), gehoben: nach etwas streben, etwas zu erreichen suchen