Duits
Uitgebreide vertaling voor erwerbsfähig (Duits) in het Nederlands
erwerbsfähig:
-
erwerbsfähig (arbeitstauglich)
geschikt; valide; arbeidsgeschikt; in staat te werken-
geschikt bijvoeglijk naamwoord
-
valide bijvoeglijk naamwoord
-
arbeidsgeschikt bijvoeglijk naamwoord
-
in staat te werken bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor erwerbsfähig:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| geschikt | arbeitstauglich; erwerbsfähig | adäquat; angemessen; angenehm; anständig; befähig; ehrlich; entsprechend; erfreulich; fair; freundlich; freundschaftlich; fähig; geeignet; gefällig; gemessen; gesellig; gutartig; kameradschaftlich; kapabel; kompetent; korrekt; liebenswürdig; nett; passend; redlich; schicklich; sympathisch; umgänglich |
| valide | arbeitstauglich; erwerbsfähig | begründet; berechtigt; geltend; gerecht; gesetzlich; gesetzmäßig; gesund; gültig; rechtmäßig; rechtsgültig; rechtsgültig sein; rechtskräftig; stichhaltig; wohlbegründet; zustehend |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| arbeidsgeschikt | arbeitstauglich; erwerbsfähig | |
| in staat te werken | arbeitstauglich; erwerbsfähig |