Fehlerlos in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

fehlerlos:
- foutloos; feilloos; zuiver; volmaakt; perfect; loepzuiver; onfeilbaar
Wiktionary:
- fehlerlos → feilloos, vlekkeloos, foutloos

Duits

Uitgebreide vertaling voor fehlerlos (Duits) in het Nederlands

fehlerlos (fehlerfrei; unfehlbar)
foutloos; feilloos; zuiver
- foutloos bijvoeglijk naamwoord
- feilloos bijvoeglijk naamwoord
- zuiver bijvoeglijk naamwoord
fehlerlos (perfekt; fehlerfrei; einwandfrei; tadellos)
volmaakt; perfect; foutloos
- volmaakt bijvoeglijk naamwoord
- perfect bijvoeglijk naamwoord
- foutloos bijvoeglijk naamwoord
fehlerlos (lupenrein; einwandfrei; tadellos; fehlerfrei)
loepzuiver
- loepzuiver bijvoeglijk naamwoord
fehlerlos (unfehlbar; sicher)
onfeilbaar
- onfeilbaar bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
feilloos	fehlerfrei; fehlerlos; unfehlbar
foutloos	einwandfrei; fehlerfrei; fehlerlos; perfekt; tadellos; unfehlbar
loepzuiver	einwandfrei; fehlerfrei; fehlerlos; lupenrein; tadellos
onfeilbaar	fehlerlos; sicher; unfehlbar
perfect	einwandfrei; fehlerfrei; fehlerlos; perfekt; tadellos	auserlesen; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt; ausgezeichnet; edel; erstklassig; fabelhaft; fehlerfrei; formidabel; herausragend; hervorragend; ideal; perfekt; sublim; tadellos; tipp-topp; top; vollkommen; vortrefflich; vorzüglich
volmaakt	einwandfrei; fehlerfrei; fehlerlos; perfekt; tadellos	auserlesen; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt; ausgezeichnet; edel; erstklassig; fehlerfrei; formidabel; herausragend; hervorragend; ideal; perfekt; sublim; tadellos; tipp-topp; top; vollkommen; vortrefflich; vorzüglich
zuiver	fehlerfrei; fehlerlos; unfehlbar	aufgeräumt; fehlerfrei; fleckenlos; ganz; gesäubert; glockenrein; jungfraulich; jungfräulich; lauter; ordentlich; pur; rein; sauber; sauber und rein; unangetastet; unbefleckt; unberührt; unbeschädigt; unverfälscht; unversehrt

anständig; bravourös; einwandfrei; einwandlos; fehlerfrei; ideal; in bestem Zustand; klaglos; makellos; meisterhaft; meisterlich; mustergültig; perfekt; tadellos; untadelig; vollendet; vollkommen; vorbildhaft; vorbildlich; vortrefflich; vorzüglich

Cross Translation:

From	To	Via
• fehlerlos	→ feilloos; vlekkeloos; foutloos	↔ flawless — perfect; without flaws, shortcomings or defects